Er is het afgelopen najaar veel aandacht geweest voor ‘biobased’ bouwen. Iets wat in Nederland nog in de kinderschoenen staat, maar waar sinds een uitzending van Tegenlicht over houtbouw veel belangstelling voor is. Samen met mijn collega’s van DGBC heb ik in november een tweetal kennissessies georganiseerd waarin deskundigen uit de bouwwereld in gesprek gingen over de belangrijkste uitdagingen. Een van de punten die daarin herhaaldelijk naar voren kwam was het feit dat de CO2-opslag in natuurlijke materialen niet in de rekenmethoden voor duurzaam bouwen is opgenomen.
Daarom heeft een groep van betrokkenen op de valreep van 2020 de koppen bij elkaar gestoken en op initiatief van VORM een manifest opgesteld dat in korte tijd al meer dan 150 ondertekenaars uit de bouwketen kent. Ook DGBC ondertekende het manifest en publiceerde een opiniestuk waarin het aangeeft met TNO een rekentool te willen ontwikkelen die de klimaatwinst van natuurlijke bouwmaterialen in beeld brengt.
Op 15 december publiceerde het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) de strategische verkenning Ruimte voor Biobased Bouwen. En een week later tekenden een groot aantal partijen de City Deal Woningbouw, waarin natuurlijke materialen een prominente plaats innemen. Een flink gedeelte van de woningbouwopgave kan namelijk heel goed in de vorm van houtskeletbouw of CLT (kruislaaghout) worden gebouwd. Waarbij ook de isolatie zoveel mogelijk bestaat uit hernieuwbare materialen, zoals vlas, hennep, cellulose, kurk, riet, houtwol, enz. Deze materialen lenen zich bij uitstek voor ademende (dampopen) constructies en zijn behalve milieuvriendelijk ook beter voor de gezondheid van zowel mens, natuur als gebouw.
Kortom, in de strijd tegen klimaatverandering moeten we anders gaan bouwen en naast de industriële traditie van staal, glas, beton en baksteen ook vergeten bouwwijzen en materialen weer een nieuw leven in blazen. In Frankrijk geeft de overheid al het goede voorbeeld door in de aanbestedingen voor overheidsgebouwen 50% biobased materialen voor te schrijven. Hiermee kan de opschaling van houtbouw een flinke impuls krijgen en een groter marktaandeel verwerven. In Nederland is dit marktaandeel nu nog een schamele 1 procent. Als eerste volgt de regio Amsterdam (MRA) het Franse voorbeeld. De MRA wil via een Green Deal op korte termijn toe naar minstens 20% biobased in de woningbouw. Alvast een goed begin van het nieuwe jaar.